Heeft Jezus de kruisiging overleefd? Deze vraag houdt velen bezig en sommigen geven daar een positief antwoord op. Een mogelijke aanwijzing hiervoor vormt wellicht een 18e-eeuwse kopie van de Kaart van Jeruzalem (zie Deel 5 - Hfdst 15). De kopie is zeer exact, echter het (lege) Graf dat op het origineel is geschilderd, is op de kopie helemaal verdwenen. Het lege Graf geeft de Opstanding aan. Door het weg te laten geeft de kopiist aan dat het Graf niet nodig is geweest...
Maar er is nóg een aanwijzing. Omstreeks 1357 werd in Lirey een doek tentoongesteld met de afbeelding van een persoon. Het zou gaan om het doek waarin het Lichaam van Christus na de kruisiging was gewikkeld. Sinds 1578 is het te bezichtigen in Turijn, daardoor bekend als "Lijkwade van Turijn". Volgens de katholieke Kerk is het een middeleeuwse vervalsing. In hun boek "Het Jezus-komplot" tonen de schrijvers Kersten en Gruber echter aan dat de beeltenis op het doek is ontstaan door een nog levend persoon en onmogelijk een vervalsing kan zijn.
Deel 6 - Hoofdstuk 20: Het lege Graf. (complete tekst)
Maar hoe zit het dan met de dood van Christus? Als zijn graf inderdaad "ergens in Frankrijk" is, dan rijst natuurlijk de vraag hoe hij daar kwam. Is in het verleden zijn graf in Jeruzalem ontdekt, waarna hij in Frankrijk werd herbegraven? Of overleefde hij de kruisiging, en vluchtte hij incognito daarheen met Maria Magdalena? Beide varianten zouden mogelijk kunnen zijn. Zoals gezegd hebben de Tempeliers onder de Tempel van Salomo in Jeruzalem opgravingen verricht. Het zou kunnen zijn dat zij op zoek waren naar de Tempelschat, maar misschien zochten zij wel naar het graf van Jezus. Dit zou een mogelijke reden kunnen zijn geweest van hun oorspronkelijke oprichting, hetgeen ook zou kunnen verklaren waarom er in de beginjaren maar negen Tempeliers waren, terwijl er duizenden pelgrims beschermd moesten worden. Mogelijk hebben zij destijds, in Jeruzalem, het lichaam van Jezus gevonden en meegenomen naar Frankrijk. Is dit dan de oplossing van het beroemde Geheim van de Tempeliers? Het zou kunnen, maar ook de tweede optie is mogelijk. Er zijn een aantal aanwijzingen dat Jezus de kruisiging inderdaad heeft overleefd. De eerste duidelijke aanwijzing is natuurlijk zijn lege graf. Volgens de evangeliën was Maria Magdalena de eerste die ontdekte dat Jezus was "opgestaan" uit het graf, waarvan Jozef van Arimathea de eigenaar was. Uitgerekend deze twee zouden volgens de legenden met een aantal personen naar Zuid-Frankrijk zijn gevlucht. Was Jezus een van die personen? Oftewel, was er destijds een complot gesmeed om hem uit de handen van de Romeinen te redden? Het zou kunnen, want er zijn nooit bewijzen van zijn dood en herrijzenis gevonden. Vandaar dat zijn opstanding ook een geloof is.
Een andere aanwijzing voor deze laatste theorie vond ik in de Koninklijke Bibliotheek in Den haag. Daar waar de plattegrond van Jeruzalem wordt bewaard, is ook een 18e-eeuwse Duitse kopie hiervan te zien. De kopie is zeer gedetailleerd, ik kan de transparant met de Blanchefort-geometrie er zo passend opleggen. Echter, wat opvalt is dat er één detail ontbreekt: het Heilige Graf. Op het origineel is het Graf leeg, maar op de kopie is het graf helemaal weggelaten. Wat is de reden hiervan? Een leeg graf moet namelijk aangeven dat Jezus voor ons is gestorven en vervolgens uit de dood is opgestaan. Dat is de basis van het katholieke geloof. Juist daarom had de kopiist het Graf wél moeten tekenen. Door het Graf echter helemaal weg te laten, wilde hij aangeven dat het niet nodig is geweest en ongebruikt is gebleven, en dat Jezus dus niet is gestorven… Deze zeer ketterse gedachte mocht in de 18e eeuw natuurlijk niet worden uitgesproken. Daarom was het zaak om dit op een subtiele manier te verbeelden. De schilderkunst was een van die methoden. Zoals Nicolas Poussin het deed met zijn "Les Bergers d’Arcadie", en ook alle andere ingewijden met hun werken, zo deed deze kopiist het met deze plattegrond. Maar er is nog een aanwijzing...
De Lijkwade van Turijn.
In 1204 veroverden de kruisvaarders Constantinopel. Bij deze inname werd het zogenaamde "mandylion" buitgemaakt. Dit was het doek dat gebruikt was om Jezus in te wikkelen, nadat hij van het kruis was gehaald. Het doek was later geschonken aan koning Abgar, die in Edessa woonde. Rond het jaar 944 kwam het doek in Constantinopel terecht. Na de val van deze stad werd het doek door de Tempeliers naar Frankrijk overgebracht en door hen in bewaring genomen. Het in vieren gevouwen doek (een "tetradiplon") was zodanig te zien, dat alleen het hoofd zichtbaar was. (Wellicht wordt hiermee het hoofd "Baphomet" bedoeld, dat de Tempeliers zouden hebben aanbeden.) Bij de arrestatie van de Tempeliers in 1307, werd het doek in veiligheid gebracht door Geoffroy de Charnay, de naaste medewerker van Grootmeester Jacques de Molay. Beiden werden later door verbranding terechtgesteld. Omstreeks 1357 werd het doek tentoongesteld in de kerk van Lirey. De toenmalige eigenaar was Geoffroy de Charny. (Hoewel de namen dit doen vermoeden, is de familieband met de Charnay nooit vastgesteld.) Het doek bleef tot 1453 in het bezit van de familie de Charny, en werd toen, bij gebrek aan opvolgers, geschonken aan de hertog van Savoye. In 1532 ontsnapte het doek in Chambéry ternauwernood aan een brand. Sinds 1578 is het doek te bezichtigen in Turijn, daardoor bekend als de "Lijkwade van Turijn". Het bleef tot 1983 in het bezit van de familie van Savoye. De huidige eigenaar is de Kerk van Rome. Dit instituut liet in 1988 een onderzoek met de C14-methode doen, waaruit bleek dat het doek een middeleeuwse vervalsing is. Omdat de beeltenis, die op het doek te zien is, onmogelijk met schildertechnieken gemaakt kan zijn, twijfelden velen aan de juistheid van de conclusie van dit onderzoek. De Duitsers Gruber en Kersten toonden in hun boek aan op welke wijze het onderzoek was gemanipuleerd, en dat het doek wel degelijk de echte lijkwade is. Als proef behandelden zij een overeenkomend doek met de helende kruiden aloë en mirre. Na contact met een hevig transpirerend lichaam waren hierop de contouren van romp en ledematen te zien. Hun conclusie was derhalve, dat de beeltenis op de Lijkwade was ontstaan door het lichaam van de zwaargewonde, maar in ieder geval nog levende Jezus. Een conclusie die, als dit de echte waarheid bevat, de Kerk uiteraard niet zo goed uit komt.