09 20


De Albigenzische kruistocht tegen de Katharen is een zeer complexe oorlog geweest. Het gebied waar het zich afspeelde was verdeeld onder de graven van Toulouse (en zijn vazallen), het huis van Trenceval en de koningen van Aragon. Hoewel het Raymond V van Toulouse was die zich (in 1177) in een brief aan de Orde van Cîteaux zorgen maakte over de ketterse praktijken van de Katharen, hebben de graven van Toulouse veel sympathie voor hen gehad. De graven van Foix, vazallen van Toulouse, waren uitgesproken kathaars net zoals Trenceval, onder wiens gebieden ook de Razès viel. De koningen van het rijk Aragon, waarvan vele kastelen zoals Peyrepertuse en Quéribus de grens markeerden, waren aanvankelijk voor de kruisvaarders maar keerden zich later tegen hen. Toen in 1208 de pauselijke legaat Pierre de Castelnau in St.Gilles werd vermoord (waar overigens Raymond VI van werd verdacht), pakte paus Innocentius III dit aan om op te roepen tot een kruistocht tegen de Katharen. Omdat de Franse koning Filips II August verwikkeld was in een oorlog met Engeland (de eerste Honderdjarige Oorlog) peinsde hij er niet over om de leiding op zich te nemen. Dit werd daarop gedaan door Arnaud-Amaury, de abt van Cîteaux, die in 1209 met een leger - waaronder diverse baronnen uit de Yvelines zoals Simon de Montfort - naar het zuiden trok. De veroveringen gingen "voorspoedig", maar toen de veertig dagen om waren (de termijn die gold om vergeving van alle zonden te kunnen krijgen) gingen de "echte" kruisvaarders weer naar huis en bleef een groep rovers over. Op dat moment nam Simon de Montfort de leiding op zich en trok al plunderend door de Languedoc. Dit ging, met wisselend succes door het systeem van de 40 dagen, zo door tot de dood van Simon in 1218 tijdens het beleg van Toulouse. Zijn zoon Amaury kon het leiderschap niet aan en de kruisvaarders moesten toestaan dat er steeds meer gebieden heroverd werden.

In 1226 beloot koning Lodewijk VIII tot een tweede kruistocht tegen de Katharen. Na een korte "rondreis" overleed hij eind van dat jaar. Zijn echtgenote, Blanche de Castille, sloot eind 1228 een verdrag met Raymond VII van Toulouse ("verdrag van Meaux"), waarbij het graafschap Toulouse sterk werd verzwakt en de Languedoc bij Frankrijk werd gevoegd. Het verdrag werd in 1229 door haar zoon Lodewijk IX de Heilige bekrachtigd in het "verdrag van Parijs", waardoor er min of meer een einde kwam aan de oorlog. Hoewel de oorlog was afgelopen, was het katharisme nog niet verslagen. In 1215 was de Orde der Dominicanen opgericht die in 1231 de taak op zich nam om de "ketters" te vervolgen. De val van de Montségur was in 1244 en het duurde tot 1255 voordat het laatste toevluchtsoord, Quéribus, was veroverd. De laatst bekende parfait, Guilhelm Bélibaste, werd in 1321 in het kasteel van Villerouge-Termenès verbrand.


2.2  Chronologisch overzicht.

1177  Raymond V de Toulouse bezorgd over de "ketterse" Katharen;
1208  Dood legaat Pierre de Castelnaud;
1209  Eerste Albigenzische kruistocht (Simon de Montfort);
1209  Slachting in Béziers, val van Carcassonne;
1210  Val van Minerve, Termes en Puivert;
1211  Val van Cabaret, Albi, Lavaur, Castelnaudary en La Pomarède;
1217  Val van Foix;
1218  Dood van Simon de Montfort;

1226  Tweede Albigenzische kruistocht (Lodewijk VIII);
1229  Verdrag van Parijs (Lodewijk IX);
1231  Oprichting van de Heilige Inquisitie;
1240  Val Peyrepertuse;
1242  Val Puilaurens;
1244  Val Montségur;
1255  Val Quéribus;
1271  Graafschap Toulouse bij Frankrijk;
1321  Laatste "parfait" Bélibaste verbrand in Villerouge-Termenès.



2.3  Links.



Chronologisch overzicht
 
Cathar.info

Katharen.be



Cathares.org

Payscathare.org 
 
Catharcastles.info